Column Jelle Weever
Op donderdag 9 november jl. mocht ik aanschuiven bij het programma Op1 om een ondernemersdilemma voor te leggen aan VVD-lijsttrekker Dilan Yeşilgöz-Zegerius. Het pleidooi dat ik presenteerde draaide er om, dat extra werken niet loont voor onze werknemers. Door werken en/of extra werken te laten lonen creëert de staat meer welvaart, meer beschikbare werknemers en de behoefte aan buitenlandse arbeidskrachten verminderen. De directeur van het CPB gaat nog een stap verder: “De beste manier om uit armoede te komen en voor een gezond en lang leven is nog altijd werk”.
Het eerst punt in mijn pleidooi is het minder aantrekkelijk maken van de bijstand. Gemeenten mogen nu al aan de bijstand een tegenprestatie koppelen, maar doen dit veelal niet. Ik pleit ervoor dat mensen in de bijstand een substantiële bijdrage leveren aan de maatschappij, bijvoorbeeld 20 uur per week vrijwilligerswerk. Solliciteren kan in de overgebleven tijd. Uiteraard kunnen gemeenten vrijstelling verlenen in schrijnende situaties.
Wat verder een positief effect kan hebben is het progressiever maken van de heffing loonbelasting. Met uitzondering van, lage en middeninkomens lager belasten en naarmate je meer verdient stijgt het percentage loonbelasting, zodat er onderaan de streep netto veel meer overblijft. Dit in combinatie van het versoberen en/of vereenvoudigen van het toeslagensysteem.
Extra werken zie ik vaak misgaan wanneer de partner een 3e of 4e dag wil werken, ingewikkelde oplossingen schoten door mijn hoofd. Een simpelere oplossing is om kinderopvang en buitenschoolse opvang gratis te maken, mits daar gewerkte uren tegenover staan. Simpel gezegd. Wanneer je samen 8 dagen/ 64 uur werkt, heb je recht op 3 dagen gratis BSO of kinderopvang. Dit vraagt een forse investering, maar dat zal naar mijn overtuiging terugverdiend worden door de staat door tal van positieve neveneffecten.
Indien de regering dit toch via het ongelukkige toeslagenstelsel wil aanpakken, dan is het koppelen van belastingvoordelen aan kinderopvangkosten een mogelijke oplossing. Hierdoor betalen ouders uiteindelijk minder belasting.
Overwerken heeft in de politiek een negatieve associatie, terwijl dit voor veel bedrijven belangrijk is en veel werknemers deze inkomsten hard nodig hebben. Momenteel ontmoedigt het loonbelastingbeleid overwerk. Mijn voorstel zou zijn om overwerk te belasten middels de laagste loonschijf, inclusief het gebruik van de loonheffingskorting.
Het aantal vakantiedagen en seniorendagen is vaak aanzienlijk. Ik zie dat mensen van rond de vijftig richting de 50 vrije dagen gaan. Zowel werknemers als werkgevers zijn niet altijd gelukkig met het feit dat deze dagen opgemaakt moeten worden. Uitbetaling is echter weinig aantrekkelijk. Door deze uren ook te belasten middels de laagste loonbelastingschijf wordt het aantrekkelijker voor mensen om deze vrije dagen in te ruilen voor loon. Aangezien het de vrije keuze van werknemers blijft, is er geen reden voor vakbonden om hiertegen te zijn. Nu ontvangt de staat geen loonbelasting over deze dagen, directe winst dus voor de staatskas.
Tot slot ben ik van mening dat het aanmoedigen van deeltijdwerk onder twintigers beperkt moet worden. Na het voltooien van hun opleiding zouden twintigers gestimuleerd moeten worden om zich te richten op een fulltime carrière. Dit biedt niet alleen de gelegenheid om bij te dragen aan de economie, maar ook om financiële stabiliteit voor de toekomst op te bouwen.
Jelle Weever
DGA Weever Bouw B.V.
Voorzitter MKB-Nederland Regio Zwolle