Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden

Geplaatst op 18-01-2024

Bijdrage MOORE MKW

Mr. Gerard Gelling, belastingadviseur bij MOORE MKW, heeft onlangs een column voor Elsevier geschreven:

In mijn vorige column heb ik het handhavingskader beoordeling arbeidsrelaties toegelicht. Hierin is opgenomen dat vanaf 2025  de samenwerking met ZZP-ers onder het normale toezicht van de Belastingdienst zal vallen. Word ten onrechte buiten dienstbetrekking gewerkt dan zal vanaf 2025 wel een naheffingsaanslag kunnen worden opgelegd voor de niet afgedragen loonheffingen.

Op 6 oktober is het wetsvoorstel Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden ter internetconsultatie voorgelegd. In dit voorstel wordt de norm “werken in dienst van” (Gezag) nader gestructureerd. Daarnaast wordt een nieuw civielrechtelijk rechtsvermoeden geïntroduceerd voor de opdrachtnemer waarmee deze een beroep kan doen op de het werken op basis van een arbeidsovereenkomst.

Het kabinet wil de zogenaamde schijnzelfstandigheid bestrijden. In het Deliveroo-arrest is duidelijk geworden dat de partijbedoeling (het werken buiten dienstbetrekking) niet altijd bepalend is. Op de arbeidsmarkt zijn kwetsbare groepen aanwezig, met relatief weinig onderhandelingsmacht. Het kabinet wil met dit wetsvoorstel deze groepen een steun in de rug geven om makkelijker hun rechtspositie te kunnen opeisen. Hiertoe wordt een rechtsvermoeden geïntroduceerd in de vorm van een uurtarief. Indien een zzp-er werkt op basis van een uurtarief van minder dan € 32,24 (peildatum 1 juli 2023) dan geldt het rechtsvermoeden dat wordt gewerkt op basis van arbeidsovereenkomst. Dit rechtsvermoeden kan echter alleen door de zzp-er worden ingeroepen. Belastingdienst, UWV, pensioenfonds of vakbond kunnen niet zelfstandig een beroep doen op dit rechtsvermoeden.

Met het wetsvoorstel wordt beoogd dat de open norm “werken in dienst van” in de wetgeving wordt verduidelijkt. Hiertoe wordt artikel 7:610 BW (Het artikel waarin de arbeidsovereenkomst is geregeld) aangevuld. Hierbij gaat het om de volgende hoofdelementen:

  1. Werkinhoudelijke aansturing
  2. Organisatorische inbedding
  3. Werken voor eigen rekening risico

Deze hoofdelementen worden bij algemene maatregel van bestuur nader ingevuld door een aantal indicaties. Deze neem ik hieronder per hoofdelement op.

A. Werkinhoudelijke aansturing

  1. De werkgevende is bevoegd om aanwijzingen en instructies te geven over de wijze waarop de werkende de werkzaamheden moet uitvoeren en de werkende moet deze ook opvolgen.
  2. De werkgevende heeft de mogelijkheid om de werkzaamheden van de werkende te controleren en is bevoegd op basis daarvan in te grijpen.

B. Organisatorische inbedding

  1. De werkzaamheden worden verricht binnen het organisatorisch kader van de organisatie van de werkgevende. 
  2. De werkzaamheden behoren tot de kernactiviteit van de organisatie 
  3. De werkzaamheden hebben een structureel karakter binnen de organisatie 
  4. Werkzaamheden worden zij-aan-zij verricht met werknemers die soortgelijke werkzaamheden verrichten. 

C. Eigen rekening en risico

  1. De financiële risico’s en resultaten van de werkzaamheden liggen bij de werkende. 
  2. Bij het verrichten van de werkzaamheden is de werkende zelf verantwoordelijk voor gereedschap, hulpmiddelen en materialen. 
  3. De werkende is in het bezit van een specifieke opleiding, werkervaring, kennis of vaardigheden, die in de organisatie van de werkgevende niet structureel aanwezig is. 
  4. De werkende treedt tijdens de werkzaamheden zelfstandig naar buiten 
  5. Er is sprake van een korte duur van de opdracht en/of een beperkt aantal uren per week. 

Met deze aanpassingen wordt beoogd de beoordeling van de arbeidsrelatie beter inzichtelijk en hanteerbaar te maken. Het moge duidelijk zijn dat de indicaties onder A en B bijdragen tot de conclusie dat in dienstbetrekking wordt gewerkt, terwijl de indicaties onder C juist het tegendeel bewijzen. Indien sprake is van indicaties als vermeld onder A of in B dan kan sprake zijn van een dienstbetrekking. Zijn die er niet, dan kan men er vanuit gaan dat buiten dienstbetrekking wordt gewerkt. Zijn die er wel dan kan gekeken worden of er sprake is van contra-indicaties als vermeld onder C. Op basis van de indicaties kan de opdrachtgever een weging toepassen welke indicaties in onderlinge samenhang bezien zwaarder wegen. Komt de opdrachtgever op basis van de indicaties niet tot een duidelijke conclusie dan zijn er nog aanvullende indicaties, in de memorie van toelichting aangeduid als “C+ (aanvullend)”. Hierbij gaat het om het antwoord op de vraag of de werkende zich doorgaans als ondernemer in het economisch verkeer gedraagt met betrekking tot vergelijkbare werkzaamheden. Daarbij gaat het onder meer om de volgende omstandigheden: 

• De werkende heeft meerdere opdrachtgevers per jaar; 
• De werkende besteedt tijd en/of geld aan het verwerven van een reputatie en het vinden van nieuwe klanten of opdrachtgevers; 
• De werkende heeft bedrijfsinvesteringen van enige omvang;
• De werkende gedraagt zich administratief als zelfstandig ondernemer: is ingeschreven bij de KVK, is btw-ondernemer en/of heeft recht op de fiscale voordelen van het ondernemerschap (zoals ondernemersfaciliteiten) 

Conclusie
Het is positief dat met dit wetsvoorstel eindelijk praktische handvatten worden aangereikt voor het werken met ZZP-ers. Het blijft echter de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever om een juiste weging toe te passen die ook de toets der kritiek van de Belastingdienst zal doorstaan. In de C+ indicaties vinden we weer een aantal zaken terug die vroeger op het aanvraagformulier voor de verklaring arbeidsrelatie (VAR) moesten worden aangegeven. 

Of het rechtsvermoeden betreffende het uurtarief daadwerkelijk een steun in de rug biedt waag ik te betwijfelen. Juist de schijnzelfstandigen die in een positie van werken buiten dienstbetrekking worden gedwongen zullen weinig procesbereidheid hebben om hier een beroep op te doen.

Kortom, er is nog veel onduidelijk, maar er is eindelijk voortgang op dit dossier.

Ben jij klaar om te netwerken?

Word lid van MKB-Nederland Regio Zwolle en maak deel uit van een netwerk van ruim 220 MKB-ondernemers die in alle mogelijke branches actief zijn binnen onze regio. Wij behartigen niet alleen jouw belangen via een politieke lobby, we organiseren jaarlijks ook diverse bijeenkomsten waar jij als lid bij aanwezig kan zijn. Deze netwerkbijeenkomsten zijn zowel groot- als kleinschalig, maar altijd sterk inhoudelijk, laagdrempelig én inspirerend!